11: van Skaftafell tot Höfn
Door: @nnelies
02 Juli 2019 | IJsland, Höfn
We staan bijtijds op, ook al worden we pas om 13.15 bij het ijsmeer Jökulsárlón verwacht. We hebben gehoord dat daar leuk gewandeld kan worden met kans op het spotten van zeehonden. Zo rijden we dus rond 9.00 uur al van de camping af om bij het meer veel tijd te hebben. Helaas gaat het al snel regenen.
Als we langs het gehucht Hof komen, slaan we toch wel even af om het kerkje te bezoeken. Het is het oudste kerkje in deze bouwstijl en er zijn er in totaal nog maar zes. Het ziet er schattig uit en het kerkhofje eromheen nog veel meer. Het is eigendom van het Nationaal Museum van IJsland, maar ook nog in gebruik als kerk. Helaas is de kerk dicht. Het kerkhofje is bijzonder; de graven zijn niet ín, maar óp de grond gemaakt.
Dan snel verder, alweer over een uitgestrekte spoelzandvlakte. We rijden langs de hoogste berg van het land, de Hvannadalshnúkur (2119 m), maar die is eerst nog in nevelen gehuld. Pas als we eraan voorbij zijn, zien we in de achteruitkijkspiegel dat het helder geworden is rond de top. En ook voor onze neus wordt het steeds lichter; als we bij het gletsjermeer aankomen, schijnt de zon.
De gletsjer zelf ligt er breed en wit bij; het meer is knalblauw, vol drijvende ijsbergen en -bergjes. Een fantastisch gezicht! Er is een kort stukje rivier dat de brokken ijs afvoert naar zee; in een kleine stroomversnelling duikelen de brokken omlaag, of zitten eerst een poosje vast, de weg voor ander ijsbergjes versperrend, tot het hele zaakje losschiet en naar zee drijft.
We lopen eerst naar het strand, want daar zouden zeehonden zijn. En ja! Daar liggen ze, een stuk of 35, vlak voor ons te luieren op een voor ons onbereikbare zandbank. Een waddeneiland is er niets bij. ’t Is dat er ijsbrokjes voor dobberen en het zand zwart is, anders zou je je voor de rede van Ameland wanen.
Als we de beestjes naar hartenlust hebben bekeken en gefotografeerd, draaien we ons om naar het land, naar het meer en de witte wereld daarachter. Het beeld is geen minuut lang hetzelfde; alles drijft en beweegt, behalve een paar huizenhoge ijsbergen die vast zitten in de bodem van het meer.
We lunchen boven op een heuveltje, zodat we heerlijk kunnen zitten kijken. Er varen boten en bootjes; er wordt zelfs gekayakt. Helaas gaat geen enkele boot dicht onder de afkalvende gletsjer varen; te gevaarlijk waarschijnlijk.
En dan is het voor ons tijd om aan boord te gaan van een amfibievoertuig, dat eerst naar de waterkant rijdt en dan de lagune induikt. We varen ruim een half uur rond, naderen de twee grootste ijsbergen tot op korte afstand en dan is het alweer voorbij. Wij vinden het kijken leuker dan het varen; dit laatste voegt eigenlijk weinig toe.
Inmiddels is het vloed aan het worden en tot onze verrassing … drijft al het ijs van het strand weer naar binnen toe! Opeens is het meer veel voller dan vanmorgen.
We gaan nog even de zeehondjes gedag zeggen, die nu door golfjes omspoeld worden. Dan gaan we de brug over naar de andere oever, want daar ligt nog een heleboel ijs aan de vloedlijn. De mooiste sculpturen zijn daar te bekijken en kleinere stukken en stukjes liggen als diamanten op het zwarte zand te schitteren in de zon.
We rijden nog een eindje terug om het meer vanuit een andere hoek te bewonderen en dan gaan we deze magische plek toch maar verlaten. Er moeten nog wat kilometers gereden worden tot de volgende camping in het stadje Höfn (uitspraak: Hub, betekenis: haven). Een uurtje later komen we, via de Netto-supermarkt, daar aan. Het is inmiddels bijna 18.00 uur, dus we zijn net op tijd voor het acht-uurjournaal.
We krijgen een mooie plek, de avondhemel is nog strakblauw, maar er waait hier wel een harde, koude wind.
Dagkilometers: 157 Reiskilometers: 3745
Dinsdag 2 juli
We moeten hondsvroeg op, 06.30 uur, want om 7.30 gaan acht campers in colonne op pad, terwijl zeven campers blijven staan. Gisteravond is een carpool-lijstje samengesteld en wij mogen bij iemand anders instappen.
Met ons allen rijden we 44 km terug naar een parkeerplaats waar we door drie 4xbusjes worden opgehaald om de bergen in te gaan. Doel: de Skalafelsjökull, ook onderdeel van die enorme Vatnagletsjer die met zijn 8000 km2 zo’n groot deel van het land bedekt.
Zestien kilometer lang hobbelen we door diepe kuilen omlaag, omhoog en langs ravijnen die als decor dienden voor Game of Thrones. Bijzonder slecht voor onze rug, dit traject. Dan bereiken we, op een hoogte van 840 meter, de Glacierhut, gelegen aan de rand van een enorme gletsjertong.
We krijgen een overall en een helm aangemeten waarna we, als we instructie hebben gekregen over hoe je een sneeuwscooter bestuurt, allemaal twee aan twee zo’n voertuig bestijgen. En dan gaat de karavaan over de eindeloze sneeuwvlakte. Romano stuurt, uiteraard. Het is een belevenis! We volgen het spoor van de voorgangers en Annelies is blij dat ze achterop mag zitten en zo nu en dan, in een bocht, mee-‘hangt’. Met één hand vasthouden, met de andere hand fotograferen of filmen. Romano rijdt over de sneeuw alsof hij nooit anders gedaan heeft. Echt grandioos. Na een half uurtje houden we pauze en fotostop. We staan 1000 meter hoog en zien de zee; dat is zo bizar! We boffen ook nu weer geweldig met het weer. Blauwe lucht, wit sneeuwveld zover als je kijken kunt en witte toppen om ons heen.
De gids vertelt wetenswaardigheden over de gletsjer. Na Antarctica en Groenland is dit de grootste ijskap ter wereld. Ook hier horen we weer in welk angstwekkend tempo het volume minder wordt. De ijskap neemt niet alleen af qua oppervlakte, maar vooral in dikte. Om het afsmelten te compenseren zou er in het centrale deel zo’n vijftig meter sneeuw per jaar moeten vallen, terwijl dat ‘slechts’ twintig meter is. Ter relativering: in de Vikingtijd waren de gletsjer nog korter dan tegenwoordig.
Dan gaan we weer van start, nu steil omlaag tot we weer een vlakte bereiken. O o, want is zo’n tocht geweldig mooi! Romano krijgt de smaak te pakken en laat de snelheid soms tot 45 km per uur oplopen; Annelies is daar niet zo blij mee.
Na nog een tweede pauze maken we een kort ritje naar ons punt van vertrek en dan is het helaas echt over en uit. Parkeren, een heerlijk lunchbuffet, koffie buiten in de zon, dan weer in de busjes omlaag (we belanden nu in een nieuwer exemplaar, met veel betere vering).
Hiermee is het laatste hoogtepunt van deze fantastische reis achter de rug. We rijden naar ons camperhuisje, zetten tuinstoelen buiten en genieten de rest van de middag van de zon en de rust.
Romano heeft niet zoveel rust. Hij gaat de camper bij het tankstation aan de overkant wassen. Annelies doet nog een laatste handwasje.
Om 18.45 uur lopen we gezamenlijk naar de haven voor het afscheidsdiner in restaurant Pakkhus. Dat is lekker en gezellig, er zijn lovende woorden over en weer en cadeaus in envelopjes voor de reisbegeleiders. Onder het eten draait een serie van een paar honderd foto’s op een scherm. Romano is een van de vier fotografen die hiervoor foto’s heeft aangeleverd.
Om half elf breken we op. De zon is bezig prachtig onder te gaan achter de bergen en stuurt nog wat laatste stralen over de baai. We wandelen met een grote boog, langs het water, terug naar de camping.
Dagkilometers: 0,2 (retourtje wasplaats)
-
03 Juli 2019 - 07:25
Anne-Marie Onderwater:
Wat een reis.
Leuk om te lezen dat jullie ook bijhouden hoeveel kilometers er per dag gereden worden.
Doen wij ook altijd.
Bijna niet te geloven wat jullie allemaal meegemaakt hebben
Wij wensen jullie een heel geweldige terugreis.
Lieve groet
Theo en Anne-Marie -
03 Juli 2019 - 09:24
Zus Ellen :
Wat een prachtige reis hebben jullie gemaakt. Leuk om te lezen en de mooie foto's te zien. We wensen jullie een veilige terugreis en tot ziens, spreek of apps !
Doeiiiiii Ellen/Jan -
03 Juli 2019 - 10:58
Yvonne Adrian:
Wat een prachtige reis maken jullie!!!
Groetjes Flip en Yvonne.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley